FILM2012.reismee.nl

1e dag zonder foto’s

Vanochtend zijn we vroeg richting Little River gereden om er zeker van te zijn dat we plek hadden op de veerboot naar Powell River, op het vasteland van Canada. Hij vaart maar 4x per dag en we hadden geen zin om 5 uur te wachten. Uiteindelijk bleek de boot maar halfvol te zijn.
Geen teken van leven in het water, maar wel heerlijk 1,5 uur op het dek in het zonnetje gezeten.

In de buurt van Powell River dachten we nog naar de migrerende zalmen te gaan kijken bij Lang Creek, maar er was er niet één te vinden. Blijkbaar zijn we daar nog steeds te vroeg voor, in ieder geval in deze regio.
Hierdoor stonden we wel vroeg op de camping en hadden Linde en Floor alle tijd om in het splash park te spelen.

En zowaar, de eerste dag dat Marijn geen enkele foto heeft gemaakt.

Dag 100, tijd om Salt Spring Island te verlaten

Na gisteren de Noorderlijke route, hebben we vanochtend de Zuidelijke route door Ruckle Park gelopen. Natuurlijk eerst weer even bij de kalkoenen langs voor Linde en Floor op zoek naar mooie veren. De boer die naast zijn kalkoenveren ook koekjes en andere dingetjes verkocht in zijn kraampje langs de weg, hield er ietwat aparte openingstijden op na:
'Open most days about 8 or9. Occasionally as early as 7, and sometimes as late as 9 or 10. We close about 8 or 9, occasionally about 6 or 7, and sometimes as late as midnight, or later. On some days we're not here at all, but lately we've been here a lot, unless we're not here.'
Het zal wel de Salt Springse relaxtheid zijn.

Ook vandaag waren we met laag tij aan de kust en weer was het extreem laag water, zo bleek later ook uit de getijde-tabel. Andere dagen kan de waterstand met eb zomaar 2 meter hoger zijn.
Daardoor zagen we net als gisteren allerlei zee-leven op de rotsen dat met eb meestal niet te zien is. Wat nu opviel waren vooral de vele zee-komkommers die in allerlei gaten en spleten verstopt zaten en ook enorm veel kleurrijke zee-anemonen die er nu verlept bijlagen of -hingen. Wat moet het hier mooi zijn als je gaat snorkelen!

We waren wat vroeg voor de boot terug naar Vancouver Island, dus moesten een uurtje wachten. Op zich geen probleem, maar toen we eindelijk de boot op dachten te rijden, bleek dat de eerstvolgende uitsluitend voor gevaarlijke stoffen bestemd was. Bleek dat ze daar 3 van de 97 overtochten per week voor gereserveerd hebben. Zo werd het een stuk langer wachten dan gehoopt, maar we verlieten Salt Spring Island met erg leuke herinneringen.

Erg leuke wandeling in Ruckle Park

De laatste dagen misten we een beetje het wild dat we eerder op de vakantie zo vaak zagen. We zijn duidelijk aanbeland in bewoond gebied. Maar op de wandeling in Ruckle Park vanochtend zagen we dan toch weer de nodige dieren, weliswaar niet geheel wild.
Net van de camping kwamen we twee hertjes met een mooi gewei tegen. Maar de hertjes hier zijn zo gewend aan mensen dat ze nog net even op kijken als je langs loopt, maar dan weer ongestoord verder grazen.
Even verderop bij een boerderij zagen we naast een kudde schapen ook veel wilde kalkoenen, althans de vogelgids noemt ze wild, maar hier scharrelen ze rustig op het boerenerf. Hun veren kun je overigens kopen voor $1 per stuk. Degenen die wij zagen liggen stopten we snel in de rugzak.
En net in het bos aangekomen kwamen we nog enkele Schotse Hooglanders tegen.
Dit was al een leuk begin van een prachtige vroege ochtend.

Bijna halverwege kwamen we bij de kust uit en zagen direct een prachtig pauze-schelpenstrandje bij King's Cove.


Door het extra lage tij vanochtend zagen we veel paarse zeesterren (en nog wat oranje en bruine soortgenoten), een aantal veelarmige oranje zonnebloemzeesterren (die hadden zich blijkbaar vergist in de waterstand want ze lagen nogal hulpeloos op en tussen de rotsen), enkele grote rode zee-anemonen (die er nu meer uitzagen als griezelige hoopjes blubber omdat ze drooggevallen waren), een mooie kwal die in de branding op en neer dreef en een zeekomkommer. Ook de zeekomkommer liet zich nu niet in zijn kleurrijke omvang zien, maar toch vonden we ‘m erg leuk want zo vaak zei je die niet.
De terugweg langs de kust liet steeds weer leuke strandjes en rotspartijen zien. Vooral voor Linde was het lastig om die soms links te laten liggen.

Qua wandeltijd hadden we de route ingeschat op een kleine 2,5 uur, maar met alle leuke onderbrekingen hebben we er bijna 5 uur over gedaan.

's Middags hebben de bearspray terug gebracht bij Lo Camps. We wisten dat hij zelf niet thuis was, maar zo konden we eens zien hoe hij hier woont op het eiland en konden we even kennismaken met Annemarie, zijn vrouw die alle administratie, boekingen en logistieke zaken regelt van Nature Trek Canada.
Toevallig was ook Lo's broer Pieter er, die hier een stuk grond gekocht heeft en bezig is een huis te bouwen. Aangezien Pieter regelmatig figureerde in de verhalen van Lo, was het leuk om er ook een gezicht bij te zien.

Daarna zijn we naar het zwembad in Ganges gegaan. Het was Toonie Swim ($2) deze zondagmiddag en konden we gelijk weer eens onder een normale douche. Voor zo'n eilandje met ruim 10.000 bewoners is het een prachtig zwembad met ook nog een enorm warm bubbelbad van 10x3 meter.
Dit zwembad is 4 jaar geleden neergezet omdat een lokale rijke dame op doktersadvies moest zwemmen. Dat was zonder zwembad best lastig, dus liet ze er een voor het hele eiland bouwen.

P.S. De zwarte sanddollars van enkele dagen terug zijn zo verschrikkelijk gaan stinken dat we ze weg gegooid hebben. Blijkbaar waren ze toch nog niet dood genoeg...

De negende veerboot

In Ladysmith hebben we een wandeling langs de Holland Creek gemaakt. Al direct vanaf de parkeerplaats was het een erg mooi pad tussen de bemoste bomen en varens. Steeds opnieuw stijgen en dalen. Bijna halverwege was ook nog een mooie waterval: Christy Falls.
De terugweg was helaas wat minder enerverend.

Daarna zijn we via alweer de negende veerboot op deze vakantie naar Salt Spring Island gegaan en doorgereden naar Ruckle Provincial Park. Gelukkig was er nog een plekje vrij, want hier zijn maar 8 plekjes voor campers, trailers of caravans.
Naast ons staan drie wat oudere koppels die nog op dezelfde manier kamperen als dat ze 30 jaar geleden deden. Eén stel met een volkswagen camperbusje en twee met ieder een mini caravannetje dat wel 3 keer in onze camper past.

Als avondwandelingetje zijn we even bij de kust gaan kijken. Linde en Floor gingen gelijk op zoek naar wat voor zeeleven dan ook. Natuurlijk werden er weer krabbetjes (en ook twee forse exemplaren) gevonden, een paar paarse zeesterren en een anemoon die van Linde een mosseltje gevoerd kreeg.

www.niwra.org

De North Island Wildlife Recovery Association (NIWRA) in Errington richt zich op het rehabiliteren van wilde dieren, ziek, gewond of wees. Met name roofvogels en zwarte beren zitten hier, maar ook anderen dieren zoals wasberen worden hier opgevangen. Al deze dieren probeert men weer uit te zetten in het wild en daarom wordt elk contact met mensen gemeden. De dieren krijgen zelfs de verzorgers niet te zien.
De dieren die in het centrum te bekijken zijn konden niet meer uitgezet kunnen. Ze zijn te gehandicapt, teveel aan mensen gewend of niet sterk genoeg om in het wild te overleven.
Met alles wat er te doen en te zien was, waren we zo een paar uur zoet.

's Middags zijn we naar een camping in Chemainus gereden en hebben een leuke avondwandeling door het dorpje gemaakt. In het hele dorp zijn grote muurschilderingen te zien die vaak een relatie hebben met de houtvesterij die nog steeds erg belangrijk is voor de economie hier.


Nog maar een keertje ondergronds

Vandaag zijn we weer een keertje ondergronds gegaan in Horne Lake Caves Provincial Park. Er zijn daar 4 grotten toegankelijk, waarvan de grootste alleen onder begeleiding. Omdat we inmiddels ervaren genoeg zijn (...), hebben we die maar laten zitten en zijn op eigen gelegenheid de andere drie ingegaan: Main Cave, Lower Cave en Andre's Annex. Het was wel wringen en klauteren, dus schoon bleven we niet. Het zijn relatief korte grotten van 136, 40 en 54 meter en het is onmogelijk om er te verdwalen, dus niet al te spannend maar wel leuk.


Bij terugkomst in de camper waren we ineens Linde's hoofdlamp kwijt, dus gingen Inge en Linde weer terug. Gelukkig vonden ze de hoofdlamp op ons pauzeplekje. Dit was niet de eerste keer dat we kwijt gewaande spullen terug vonden. Nu alleen de kleine verrekijker nog, die we al 1,5 maand kwijt zijn.

's Middags door naar Englishman River Falls Provincial Park. Het mooie heldere water is bij de jeugd blijkbaar onweerstaanbaar, dus er wordt volop gezwommen. Nou ja gezwommen, ze springen van de rotsen in het water elkaar uitdagend om steeds een treetje hoger te gaan. Uiteindelijk sprong er zelfs een van het bruggetje (wat uiteraard verboden was) en na heel lang twijfelen en aanmoedigen ook zijn vriendin. Dat was toch zo'n 10 meter hoog.


Nadat Marijn eerder oog in oog stond met een wolf tijdens het wildplassen, kwam deze keer in de schemer een uil eens van dichtbij kijken wat hij aan het doen was. We hoorden al een tijdje een vreemd soort gekrijs in het bos achter ons, maar toen Marijn daar in het bijna-donker stond kwam ineens een uil aangevlogen en ging op een meter of 10 afstand in de boom zitten krijsen. Snel de rest erbij gehaald en daarna vloog hij nog meerdere keren geruisloos van boom naar boom. Mooi om dat eens van dichtbij te zien.

Wat lopen en wadlopen

Omdat we voor vandaag een strakke planning hadden die afhankelijk was van de veerbootvertrektijden en het getij, waren we al vroeg aan de wandel in Mount Geoffrey Regional Park op Hornby Island. Het leuke van dat park is dat je zelf je route uitstippelt aan de hand van de talrijke paden die soms kleurrijke namen hebben, zoals Beaver Slide, Four Dead Aliens en Devil's Kitchen. Wij kozen voor Coltsfoot, Your Mom en Washing Machine. De wandeling op zich was niet zo spannend, maar Your Mom kende wel een spectaculair mountain bike parcours met allerlei kunstmatige hindernissen, die zelfs zonder fiets al uitdagend genoeg waren.

Daarna snel door naar de veerboot naar Denman Island. Helaas hebben we geen tijd gehad om enkele van de vele galerietjes te bekijken op Hornby Island waar enorm veel artistieke mensen wonen. Die gezellige sfeer proef je dan ook op het hele eiland.

Op Denman Island hebben we een stukje gewandeld in Boyle Point Provincial Park met leuke uitzichten op de vlakbij gelegen vuurtoren op Chrome Island en de rotsachtige kust, daarna nog snel even wat sanddollars verzameld in Fillongley Park en toen door naar het hoogtepunt van de dag.

We hadden gelezen dat je bij laag tij naar Sand Island kon lopen net voor de kust van Denman Island. De dame in de Bistro annex VVV bevestigde dat dat mogelijk was. Iets na drieën was het laag tij, dus snel door naar Morning Beach Park waar de wandeling begon. Drie kilometer heen en ook weer terug voordat het vloed zou worden.
Eerst volgden we nog de kust van Denman Island, wat ons al snel terug deed denken aan de Nootka Trail, behalve dan dat we nu geen zware rugzakken hadden. Daarna staken we over naar Sand Island.


Het bleek uiteindelijk een vrij eenvoudige wandeling te zijn en met vrijwel droge voeten bereikten we het eilandje. Wel moest je bij elke pas opletten dat je niet op één van de duizenden krabbetjes ging staan die alle kanten uitschoten als je in de buurt kwam. Ook lag het bezaaid met schelpen die kraakten onder je voeten. Niet veel bijzondere schelpen overigens, maar wel ontzettend veel sanddollars die we ook op de Nootka Trail hadden gevonden. Niet zo'n mooie grote wit gebleekte, maar wel een aantal zwarte. We zijn alleen benieuwd of die niet enorm gaan stinken, omdat het lijkt alsof het beestje nog maar net dood is.

Toen we klaar waren met de wandeling kwamen we de Deense Bente tegen, een dame die op het eiland woont en vertelde dat dit park nog maar net bestaat dankzij de inspanningen van haar familie. Ze was verrast dat we het gevonden hadden, want op de huidige folders van het eiland wordt het nog niet genoemd. Ze nodigde ons spontaan uit voor een drankje, maar dat sloegen we beleefd af. Eigenlijk jammer dat we daar niet op ingegaan zijn, maar ja, de strakke planning liet het niet toe...

Eiland hoppen

Dankzij een tip van een mede-kampeerder konden we op de parkeerplaats van McDonalds het internet gebruiken. Deze keer zelfs supersnel internet en zijn we weer bij met de verhaaltjes op de weblog.

Vervolgens gingen we naar de Nymph Falls, één van de ‘hidden treasures' van de Comox Valley. Daar zijn prachtige zwemplekjes in de rivier.
Maar jammer genoeg bleven de Nymph Falls voor ons ook echt een hidden treasure. Waar we ook zochten, we konden ze niet vinden.
Onderweg kwamen we nog wel een reetje tegen dat langs de weg stond. Terwijl zij de struiken weer in liep, kwam haar jonkie eruit gelopen. Toen die ons zag sprong ze snel weer terug. En direct kwam ook nog een tweede jonkie uit de struiken gelopen die net zo snel weer terug sprong. Heel grappig.

Daarna zijn we overgestoken naar Denman Island, een klein eilandje voor de kust van Vancouver Island, op slechts 15 minuten varen. We hadden gedacht hier te overnachten, maar het enige campinkje met 10 plaatsen was natuurlijk vol. Daarom zijn we maar direct doorgegaan naar Hornby Island, nog een keer 15 minuten varen met de veerboot.

Omdat dit eiland ook bij de Canadezen heel populair is, hebben we daar eerst een plekje veilig gesteld op een camping, en zijn vervolgens gaan wandelen in Helliwell Provincial Park. Een leuke wandeling langs de grillige kustlijn met onder andere mooie arbutus bomen en red crossbills die bezig waren zaadjes uit dennenappels te pikken.




Na het avondeten hebben we nog een strandwandeling gemaakt over Tribune Beach, waar de vloed razendsnel kwam opzetten.
Opvallend was dat een visarend die boven het strand hing het niet tolereerde dat een zee-arend langs zijn plekje kwam vliegen. Meerdere keren werd de zee-arend aangevallen door de visarend en dat vrijwel recht boven ons hoofd.